Het is een fase. Het is een fase. Het is een fase…

De nieuwste fase ten huize Superwoman houdt al (nog maar?) een dikke week aan.

Het begon met Sep die al een tijdje niet meer zo gemakkelijk gaat slapen als vroeger. Altijd nog een extra verhaaltje, nog een dikke zoen. En nog een. En nog een knuffel. Soms is hij bang van de duif en moeten we alle mogelijke verzinsels uit onze mouw schudden om hem gerust te stellen. Soms wil hij gewoon nog niet slapen en zingt hij, leest hij in zijn boek (in het donker) of ligt hij gewoon wat verhaaltjes te vertellen. Soms huilt hij gewoon. Angsten? Geen idee. Dan wil hij dat ik bij hem blijf (jep, mama! Papa is op sommige momenten niet goed genoeg, sorry lieverd…). Dan moet ik op zijn hoofdje/rugje/buikje wrijven tot hij in slaap valt. Als ik mijn hand een seconde te vroeg durf weg te halen, hoor ik zijn zachte stemmetje: “nog wrijven”.

Sinds vorige week gaat ook Warre door een soort ontwikkelingssprong. Tot dan legde je hem gewoon in zijn bed als je zag dat hij moe werd en hij sliep wel. Als een blok. Nu is daar de verlatingsangst, het “vreemd” worden (niet meer in een onbekende kamer willen slapen). In zijn bedje vindt hij de goede houding niet. Zo houdt hij zichzelf uit zijn slaap. Wil je hem wiegen, dan wriemelt hij zich bijna uit je armen. Maar leg je hem neer, dan krijst hij de hele wijk bijeen. Soms lukt het als je hem een halfuurtje laat zoeken in zijn bed. Het gesnik en boze gekreun moet je erbij nemen. Helaas werkt dat meestal niet. En als we “geluk” hebben, zoals afgelopen nacht, slaapt hij ook zodanig licht dat hij zichzelf bij de minste beweging wakker maakt. Of hij is zijn tut kwijt. Of zijn benen zitten vast tussen de spijlen van zijn bed. Of hij ligt niet zoals hij wil. Of hij heeft honger.

Ze houden elkaar uit hun slaap met hun lawaai. Als mijn man en ik samen thuis zijn, nemen we elk een kind voor onze rekening. Als ik alleen ben met de twee kids, zit ik met de handen in het haar. Ofwel moet Warre zijn fles hebben als Sep zijn bedtijdritueeltje ingezet heeft. Ofwel gaan ze beiden op hetzelfde uur naar bed en is het heen en weer lopen tussen de kamers tot ze rustig zijn. Soms staan we om 20u30 beneden, twee stille kindjes en klaar om aan onze avond te beginnen. Op een lastige avond plof ik om 22u uitgeput in de zetel, met de zachte snikjes door de babyfoon op de achtergrond. Te moe om nog te eten. Geen honger meer, eigenlijk.

Alle peuters/kleuters halen alle trucjes uit de kast om langer op te blijven, toch? Dus bij Sep is het een fase. Een fase die we proberen op te vangen door vast te houden aan zijn bedtijdritueeltje. Door zoveel mogelijk op hetzelfde uur te gaan slapen (met een paar uitzonderingen tijdens de vakantie). Door hem ideeën aan te reiken om zelf zijn angsten (voor de verschrikkelijke duif ;)) te overwinnen.

Warre is een gezonde baby die net als alle andere baby’s door ontwikkelingsfases gaat. Die sprongetjes maakt in zijn mentale en fysieke vooruitgang. Uiteraard gaan die sprongetjes gepaard met moeilijke momenten. Als ik hem zo bezig zie in zijn bed, zou het mij niet verwonderen dat hij nog eerder kan kruipen/sluipen dan dat hij mooi rechtop kan zitten. Logisch dat hij geen fan is van die overgangsperiode.

Het is dus een fase. Bij mijn beide zoontjes. Het zal wel over gaan. Dan keert de rust wel terug. En onze nachtrust.

Alleen jammer dat die twee fases tegelijk moeten doorgaan. In de maand voor onze bruiloft.

Nicely planned, Universe! Well done!

Trouwperikelen IV – Our way or the highway

Je kent ze wel, de “standaard” trouwfeesten. Zoals de traditie het wil: om 11u naar het gemeentehuis, om 15u de kerk, om 17u eerste receptie en om 19u tweede receptie, gevolgd door het avondfeest. Zeer goed als je houdt van die traditie. Ik wil je dat zeker niet afnemen! Ik hoop van ganser harte dat je van jouw dag geniet/genoten hebt en nog lang kan nagenieten.

Die traditie is echter niets voor ons.

Ten eerste kunnen we het voor onszelf niet verantwoorden om voor de kerk trouwen als we daar verder nooit een voet binnen zetten (behalve voor een begrafenis of een ander zijn trouwfeest) en ook onze kinderen niet gedoopt zijn.
Ten tweede vind ik het raar om een receptie te houden waarbij je de helft van de aanwezigen amper of zelfs niet kent. I know, “ouders nodigen uit” en zo. Als je ouders een (groot) deel van de dag bekostigen, dan begrijp ik het als zij ook hun zegje willen. Bij ons is dat niet zo. Onze moeders worden er zelfs nerveus van, zo weinig weten ze over dé dag… De essentie. Dat weten ze.

Wat is dan wél ons ding? 

  1. We zijn ondertussen al getrouwd op het gemeentehuis. Het trouwboekje hebben we binnen. Een formaliteit. Ook in onze ogen. Dat moeten we dan al niet meer doen op de “grote dag”. Het was een leuke namiddag/avond met onze ouders en onze zussen. Een klein gezellig etentje. Maar niet de dag die we jaarlijks zullen vieren (of toch niet zo uitgebreid als 19/8 – komaan, om te vieren is elke reden goed genoeg ;)).
  2. We willen wél een “ceremonie”. Een moment waarop wij volledig in de spotlights staan. We zijn allebei nogal verlegen, bescheiden. We gaan onszelf niet snel op de voorgrond plaatsen. Behalve op onze dag. Dan mogen al onze vriendjes en vriendinnetjes samenwerken om voor ons iets in elkaar te steken en om ons de hemel in te prijzen. Want wij twee vinden dat wij een fantastisch koppel zijn, maar het is leuk om dat ook van een ander te horen. Toch?
    Voor die ceremonie laten we ons trouwens compleet verrassen. Ja, ik word gek van de suspense en van het feit dat ik daar absoluut geen controle over heb. Maar we hebben alle vertrouwen in Nele van Mint & Memories, onze ceremoniemeester voor de dag. Je kent haar misschien beter als de MamaExpert. Nu ja, we kunnen niet anders dan haar alle vertrouwen te geven. Gelukkig maakt ze het ons iets gemakkelijker door af en toe een update te sturen en zeer snel te reageren op al onze vragen. Haar (zeer) uitgebreide vragenlijst gaf ons ook het gevoel dat we toch iéts zelf konden bepalen.
  3. We nodigen alleen mensen uit die we écht op ons trouwfeest willen. Aangezien we alles zelf betalen, vinden onze ouders het ook maar normaal dat wij de gasten kiezen. Geen verre nonkels of buren van collega’s die ooit nog met mijn papa gefietst hebben. Alleen onze dichte families en goede vrienden. Dat maakt dat we het kunnen houden op “amper” 120 genodigden (tja, met de families alleen komen we al aan 80 man – gekweekt gelijk de konijnen, aan beide kanten…). Dat is toch al een pak minder dan de 400 man die we afgelopen weekend zagen (I kid you not! recepties + avondfeest). Wie bij ons uitgenodigd is, maakt ook de hele namiddag mee: ceremonie + receptie + diner + dansfeest. Geen opsplitsingen en gasten die maar om 22u toekomen voor dessert en dansfeest. Wel een hele namiddag/avond/nacht om met iedere aanwezige gesproken te hebben én nog een beetje tijd te hebben voor elkaar. Hopen we. We will see 😉
  4. We kiezen niet voor de alledaagse trouwzaal. Wie deze reeks wat volgde, weet dat wij een specifieke locatie voor ogen hadden en die ook gevonden hebben. Geen trouwzaal waar je de zoveelste in de rij bent en te kiezen hebt tussen 3 menu’s, te nemen of te laten. Bijkomend bij zo een “speciale” locatie is wel dat je alles zelf nog moet regelen. Maar dan ook echt ALLES. Denk aan tafels en stoelen, decoratie, bestek, wc’s, verlichting, eten, drank, … Veel mensen zullen nu even slikken en het koud zweet krijgen. Wij hebben dat ook even gehad. Maar dan bedachten we dat we alles MOGEN kiezen. Willen wij geen 4 uur aan tafel zitten om dan met een overvolle maag en half in slaap de dansvloer op gesleurd te worden? Awel, dan doen we dat niet zo. Niemand die ons iets oplegt. De zaligheid! Wij bepalen alles zelf. De max, toch?
  5. We zochten een traiteur die ook wat afweet van aankleding van een huwelijk. Op de trouwbeurs in Gent kwamen we in contact met Kelly en Andy van Favola Weddings. Gespecialiseerd in buitenlandse huwelijksfeesten, maar superenthousiast toen we hen ons idee voorstelden. Hij is begenadigd chefkok, zij komt uit de reissector en neemt het organisatorische gedeelte en de aankleding op zich. Samen kozen we de gerechten, de dranken en de decoratie. Wij beslissen over elk klein detail, zij regelen het voor ons (en begeleiden ons waar nodig). Een droom. Gelukkig zijn wij ook geen moeilijke mensen en hield ik de bridezilla in mij nog mooi in toom, waardoor het voor hen ook gemakkelijk is om enthousiast te blijven 😉
  6. De muziek is voor ons even belangrijk als de maaltijden die op tafel zullen komen. Uiteraard kan je alleen maar hopen dat het op de dag even goed is als je in gedachten had, maar je kan toch al één en ander voorzien. Mijn bruidegom maakte het tot zijn persoonlijke missie om de geschikte dj te vinden voor ons huwelijk. Na een agenda-probleem met onze eerste keuze, kwamen we terecht bij DJ Rigoletti, oftewel de in Gent gevestigde Bob Rigo. Bij de eerste ontmoeting was er alvast een muzikale klik, wat ons veel hoop geeft voor ons feest zelf. Wij gaven enkele nummers op en hij kwam direct aandraven met een lijstje met “oh ja, dat we daar niet aan dachten”-nummers. Uiteraard zou ik mezelf niet zijn als ik ook de playlist van de dj zoveel mogelijk zou willen controleren. Zijn vragenlijst van “welke nummers wil je zeker horen en welke niet” werd dan ook uitgebreid met een aparte lijst voor tijdens de receptie en het eten en eentje voor tijdens het dansfeest. Met in kleur aangeduid welke nummers een absolute must zijn en welke optioneel (maar waarvan het toch wel leuk zou zijn als die zouden gedraaid worden). Ik heb er alle vertrouwen in dat hij de lijst goed zal benutten – en uitbreiden – en dat we er over een maand ons gat verdomd goed af zullen dansen 🙂

Hoe het uiteindelijk zal uitdraaien, zien we over exact 31 dagen. De spanning begint te stijgen, maar het is goede spanning. We kijken ernaar uit. We hebben het gevoel dat alles vaststaat, maar dat er wel nog veel te doen is. We zijn vooral benieuwd hoe alle ideeën die we op papier hebben zullen vertaald worden naar de realiteit. Ik ben alvast blij dat ik de week voor het feest vrijaf heb!

Uitgebreid verslag van de leukste dag van ons leven volgt achteraf. (Tenzij het een complete fiasco was, dan ga ik ergens in een hoekje wegkruipen en wenen)

Brief aan mijn zesmaandertje

Liefste Warre

Wauw, vandaag ben je 6 maanden oud! Het cliché gebiedt mij te zeggen dat de tijd veel te snel gaat. Al wil ik er toch bij zeggen dat jouw eerste 12 weken op deze wereld bij momenten soms wel tergend traag leken te gaan. Je kende een moeilijke start. Wat de oorzaak was van jouw huilbuien zullen we waarschijnlijk nooit met zekerheid weten. Dat je er alleen maar sterker uit gekomen bent, durf ik wel met voorzichtige zekerheid te zeggen.

Wat ben je ondertussen een gelukkige baby geworden! Jij moet in je hoofd een onwaarschijnlijk goede moppentapper zijn, want soms schiet je uit het niets in een schaterlach. Daar alleen op je speelmat terwijl ik in de keuken aan het werk ben. Ook je broer is voor jou een onuitputtelijke bron van vermaak. En weet je wat, kleine man? Je maakt hem daar zeer gelukkig mee. Nu zegt hij niet meer dat broertje veel weent. Hij zegt nu dat jij weer zo happy bent.

Ik ben blij dat ik jou toch wat langer borstvoeding gegeven heb dan je broer. Het was alsof jij en ik dat nodig hadden. Dat maandje extra voor ons alleen. Ook al ging ik al werken en ging jij al naar de opvang. We hadden die eerste 12 weken goed te maken. Die eerste weken waarin we beiden meer huilden dan genoten van elkaars nabijheid. Nu geniet ik nog steeds zo intens van ons flesmomentje ’s ochtends. Wanneer broer nog slaapt of met papa al in de badkamer staat. Enkel jij en ik in de zetel. Even weg van de hectiek van alledag.

Och Warre, wat word je toch ook al groot! “Ne lange smallen”, zoals de dokter het zo mooi verwoordt ;). Je zou niets liever willen dan dat je al zou kunnen rechtzitten of kruipen. Dat zien we maar al te goed. Je bent ook zo graag “in’t volk”. Dat doet mij vermoeden dat jij iets minder aan moeders rokken zal hangen dan je grote broer. Die gedachte roept gemengde gevoelens bij me op, lieve schat. Wat kijk ik ernaar uit om jou te zien opgroeien tot een durfal die met veel enthousiasme de wereld en de mensen erin wil ontdekken. Maar ik hoop dat je toch ook nog evenveel van een knuffel van je mama zal genieten als je broer doet en zoals jij nu nog doet.

Laat dat opgroeien maar niet te snel gaan. Juist omdat je zo al genoeg aandacht moet delen met je broer, wil ik nog meer vasthouden aan al die kleine momentjes die niet meer terugkomen. Ik wil stilstaan bij elk babystapje. Ik wil extra genieten van elk klein dingetje dat je doet. Ik heb immers het gevoel dat ik dat niet genoeg gedaan heb toen je nog in mijn buik zat en toen je er pas uit was. Overcompensatie, zeker? Hé, neem het jouw sentimentele moeder niet al te kwalijk alsjeblief 🙂 Over enkele jaren zal je het “schaamtelijk” vinden om je moeder een zoen en een knuffel te geven (in het openbaar). Ik wil tegen dan voldoende voorraad opgebouwd hebben om door die puberteit heen te komen 😉

Maar laten we nu nog niet praten over puberen. Dat doe ik al genoeg met je peuterbroer.
Jij bent mijn kleine baby. En dat mag je voor mij nog even blijven!

Liefs

Mama